DE BLOEMENKRANS SOETRA

Avatámsaka Soetra


Boek Vijf


De Wereld Grote Zuil van Bloemen




"Iedere wereld in dit [in de geest opgeroepen] wereldsysteem rust
op een keur aan verfraaiingen [mentale perfecties]; ze zijn met elkaar verbonden, vormen een netwerk van werelden..."


Opnieuw zit de groep bijeen in meditatie-visualisatie en visualiseert zich een perfecte cosmos waarin een volmaakte Boeddha op het punt staat te spreken.
We weten nu zeker dat deze groep ten westen van het moederland India zat en daar dit vijfde boek optekende. Een van de passages luidt, "... [deze wereld] wordt overeind gehouden door atmosferische krachten, ze schudt noch rammelt." Dat wil zeggen, er zijn geen aardbevingen.
Zoiets verzin je niet in een streek waar de aarde alleen schudt zodra een kudde olifanten voorbij holt. Ook verderop zullen we nog zien dat er een passage is waarin staat dat de monnikengemeenschap beddengoed wordt geschonken -- ook een indicatie voor een niet-(sub)tropische omgeving.

Het vinden van de themas in dit vijfde boek is een 'zoekplaatje' zoals dat in de 20ste-21ste eeuw heet. Dat zoekplaatje levert dan toch als resultaat op dat hier de themas besproken worden die ook in de eerdere boeken naar voren kwamen: een zeker onbewogen zijn, het illusoire, en als extra onderwerp de na te streven zuiverheid.

De beschrijving van de gevisualiseerde cosmos

Het lotushart,
niet met zaden,
maar met ruwe diamanten --
stellen we ons voor.


Ook hier is Samantabhadra Bodhisattva degeen die het gevisualiseerde verwoordt:
De "Wereld Grote Zuil van Bloemen" die de groep zich voor de geest haalt rust op "tien atmosferische lagen" van verschillende soorten licht, van juwelen, en van geuren en kleuren. De elfde laag is een oceaan van "geurig water" waaruit een reuzengrote lotus oprijst, en het hart van die lotus heeft geen zaden maar juwelen.

We weten inmiddels dat de lotus het symbool voor zuiverheid is, en dat het woord juwelen staat voor allerlei ethisch-morele perfecties. Alleen die omgeving is goed genoeg om de Wereld Grote Zuil van Bloemen te ontvangen, met in het centrum de cosmische Boeddha Vairocana.

We komen in deze tekst ook een zinsnede tegen die ons herinnert aan de opbouw van de stupa. Er wordt namelijk gezegd dat deze elflagige wereld vierkant en vlak is.((1)) Met andere woorden, hier wordt een wereldsysteem voorgesteld dat al in die tijd een kunstzinnige vorm heeft gekregen in de vorm van de stūpa met zijn vierkante basis die de wereld voorstelt, met zijn bolvormige opbouw die het gevisualiseerde wereldsysteem voorstelt, en met de drielagige parasol die wijst naar Boeddha.

"Die wereld is zonder mentale bezoedelingen" zegt de tekst. Tegen het eind van boek vijf wordt er dan ook gesproken over Boeddhas die in "zuivere (of reine) landen verblijven", waarover in de bijlage bij de vorige pagina al min of meer werd gesproken: "Wanneer ze [de Bodhisattvas] Boeddhalanden verfraaien betekent dat, dat ze zuiver zijn, vrij van mentale kwellingen."

We zouden opnieuw samen met Pascal door de microscoop kunnen kijken en zien wat de groep zich vervolgens voor de geest haalt. Men ziet de omliggende bergen; men ziet landen in die bergen; men ziet zeeën in die landen; men ziet rivieren in die zeeën uitmonden; men ziet de bodem die bedekt is met juwelen.
En dan gaat het verder met het vergrootglas waarmee Alice naar Lewis Carol's wereld keek: In die juwelen ziet men boeddhavelden (buddha-ksetra), en daarin opnieuw werelden, tweehonderd stuks en meer. En ook daarin zijn "zeeën van geurig water", met daarop de centrale wereld, enzovoorts. En in al die landen zitten gevisulaliseerde Boeddhas -- zo wordt het verwoordt -- die hun tien krachten((2)) gebruiken om te onderwijzen.

Al in dit vijfde boek wordt herhaaldelijk verwezen naar Indra's Net, dat hele korte leerstuk dat onder woorden brengt hoe alle illusoire fenomenen in de wereld en in de geest in elkaar weerspiegeld worden, dat wil zeggen, niet niet-verbonden met elkaar zijn. Maar we vinden hier nog niet de beroemde passage over dat Net zoals die de wereld is rondgegaan en nog steeds in herinnering wordt geroepen. Dat vinden we alleen in een andere vertaling, die van Buddhabhadra. Zie daarvoor boek 27. U vindt Buddhabhadra's versie in een bijlage bij de woorden over de Huayen-leer.
Dit leerstukje over Indra's Net is, in vergelijking, een ultra-korte weergave van de lange soetra-delen die het een in allen, allen in een uiteenzetten aan de hand van die voorbeelden over in en uit elkaar schuivende werelden, landen, enzovoorts.

(1) Zie ook het korte stuk over de koreaanse stoepa.
(2) De onderandere in dit boek voorkomende term "gevisualiseerde Boeddhas" heeft in ieder geval de latere Commentaartraditie, en met name die van de tantras, zoals de Vairocanābhisambodhitantra, er toe gebracht het concept van de Drie Boeddhalichamen te ontwikkelen. Of een vermelding als "Drie Lichamen" in de Avatámsaka zelf voorkomt, vinden we ook niet in boek 6, ook al wordt er verwezen naar de serindische monnik die dit in zijn ontwikkeling van de esoterie meenam; de Avatámsaka is geen esoterische verhandeling ook al wordt er in gevisualiseerd.
De tien krachten worden gegeven in het eerste deel van de Lankāvatāra Soetra.





Het woord Bloemenkrans staat voor Perfecties die we kunnen behalen en dan als het ware aanbieden aan Boeddha die ons geleerd heeft wat die Perfecties zijn en hoe ze vergaard moeten worden.

Naar Alles in een, een in alles - het illusoire

Terug naar de startpagina

Een engelse vertaling werd uitgegeven door Shambala


Deze pagina is er een op de site www.buddha-dharma.nl
www.buddha-dharma.nl is eigendom van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme