juli 2025      

  Nieuws over boeddhisme



Les samouraïs et les religions

Het zal voor de Vlaamse lezers belangrijker zijn dan voor de Nederlandse omdat in het eerste taalgebied het Frans nog wat vaker wordt onderwezen. Hoe dan ook, Les samouraïs et les religions van de hand van Hongō Kazuto, belooft een inzicht in het leven van deze Japanse krijgers. De inleiding lijkt er op dat Kazuto zich vooral heeft gebogen over de "histoire de la religion conventionnel au Japon" (de geschiedenis van de conventionele religies in Japan). De periode waarop hij zich richt loopt van 1467 tot het begin van de 17e eeuw.
Een van de opvallende passages is dat de
jonge samurai kennelijk eerst op jacht moest naar een groot dier — dat hem dan, zodra hij het had gedood — geschonken was geworden door de kami, de goden van het shintoïsme. Een soort rite de passage, dus.
De auteur gaat ook in op de komst van het christendom naar Japan. We moeten vermoeden dat hij tot deze religieuze stroming hoort, al was het alleen maar omdat hij het christendom — in Japan — voorstelt als een geloof dat "le salut pour tous" belooft. Als boeddhisten zien we dat nu juist andersom, met het leerstuk over een straffende god in het achterhoofd, en met de wetenschap dat "godheid" voor de mens niet haalbaar is, en "boeddhaschap" wel.
"Salut pour tous" lijkt dan indertijd te zijn gekozen als concurrent van met name het
Amidisme dat de Amidist wél de absolute zekerheid geeft van opname in Amida's Reine Land voor diegenen die oprecht, al is het maar 1 keer, die wens uitspreken.

Met deze uitspraak in Les samouraïs et les religions onder ogen begrijpen we ineens waarom Japan zo fel is geweest in de aanvankelijke vervolging van christenen. Er is dus sprake geweest van misinformatie over de binnengebrachte religie, en het wegzetten van wat Hongō Kazuto schrijft over de traditionele boeddhistische stromingen, zowel in het toenmalige Edo als in het latere Nara.
In die zin kunnen we hem danken; hij heeft wat duidelijkheid gebracht in wat tot dan toe verborgen werd gehouden.

De kunstenaars die zich bezighouden met het maken van afbeeldingen van fantasiefiguurtjes onder wie plaatjes van samurai, dat zijn er veel, wel haast te veel. Daarbij valt het op dat Christian Johnson (afbeelding boven) in maart van dit jaar een paar portretten maakte van deze veelal onder dwang en drang ingelijfde boerenjongens die voor de verschillende Japanse krijgerheersers het vuile werk moesten opknappen.

Buddhist Bells and Dragons

Tegelijkertijd verscheen er een ander boek over Japanse fenomenen: Buddhist Bells and Dragons: Under and Over Water, In and Out of Japan van Sherry D. Fowler uitgegeven bij University of Hawaii Press.
De 360 paginas gaan dus over de bronzen bellen op boeddhistische tempelterreinen en over de "Dragon King", een figuur die er niet alleen door de Japanners
met de haren is bijgesleept omdat dit al in de Japanse en andere nationale folklores zat en men er geen afstand van wilde doen bij het aanvaarden van Boeddhas leer.
Het zen heeft dan "het verhaal van de Ware Draak", een verhaal dat door zenleraren wordt gebruikt om het belang van de serieuze praktijk er in te brengen, een praktijk die in die stroming veel belangrijker wordt geacht dan intellectuele studie. Het wordt, en daar zien we hoe Japan zich in het verleden afzette tegen het intellectualiserende China, opgehangen aan een figuur met de naam Yeh Kung-tzu, een "hoarder" van draken-afbeeldingen en -beeldjes. Wanneer Yeh Kung-tzu op een ochtend wakker wordt en een echte draak in zijn kamer ziet, vliegt hij er met zijn zwaard op af, waarop de draak verdwijnt en de droom voorbij is.

Fowler merkt op dat de bronzen bellen geen deel uitmaken van de officiële "art-historical canon". Daar heeft ze nu dan een eind aan willen maken hoewel in het boek geen aandacht wordt geschonken aan de fysieke aspecten van deze bellen.

(Dat herinnert aan een episode op een Thaise wat waar we precies het omgekeerde meemaakten. De Nederlandse academicus had alle stoepas op het terrein in kaart gebracht, opgemeten, en vastgesteld van welk materiaal ze waren gebouwd, en nu wilde ze weten wat de betekenis en functie ervan was.)

Sherry D. Fowler heeft eerder een inventaris gemaakt van alle verhalen die ze kon vinden waarin tempelbellen voorkwamen, en zo kwam ze ook bij die fameuze Dragon King die in het Sanskriet Sāgara heet, eenvoudigweg "oceaan", "zee", of de rivier op z'n breedst, of, in de hindu-mythologie, de vader van de jongens die een bassin groeven dat vervolgens door een figuur genaamd Bhagīratha gevuld werd met het water van de Ganges die hier wordt voorgesteld als een godin. Dat bassin was natuurlijk de oceaan, dat begrijpen we.
Op de inleiding afgaand lijkt Buddhist Bells and Dragons een aardig, weliswaar Engelstalig, koffietafel-boek waar niemand voor gestudeerd hoeft te hebben om het te begrijpen.

Publicaties





Nieuws over Boeddhisme is een productie van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme.
De paginas bestaan sinds december 2004.

Stichting onder nummer 20138036.