|
In de op de tentoonstellingenpagina aangehaalde NoB-web-pagina heeft ondergetekende dan maar niet verteld dat die vondst geen enkele archeologische waarde heeft omdat de tweede eigenaar van deze semi-precieuze steentjes het in zijn hoofd heeft gehaald om een en ander in kunsthars of perspex in te gieten zodat onderzoek naar materie en oudheid niet meer plaats kan vinden. Of er een verband gelegd kan worden met de historische Boeddha, wordt onderstaand ontkracht.
The Guardian heeft het over deze vondst ter gelegenheid van een veiling. Het perspex-plakaatje waar deze steentjes in zijn gegoten zou, zo werd op 2 mei bekend gemaakt, HK$100m moeten opbrengen.
Het verhaal van The Guardian gaat verder waar ondergetekende's verhaal ophoudt.
Nadat een deel van die kunsthars-plaatjes door Britten, verblijvend in de toenmalige Indiase hoofdstad Kolkata, in bewaring was genomen werd een zo'n plaatje cadeau gedaan aan de toenmalige koning van Siam (Thailand).
En ook de Indiase overheid, zo meldde opnieuw The Guardian een paar dagen later, had een verzoek ingediend om de veiling niet door te laten gaan met de woorden "(de edelsteentjes) constitute inalienable religious and cultural heritage of India and the global Buddhist community". (onvervreemdbaar religieus en cultureel erfgoed van India en de wereldwijde boeddhistische gemeenschap).
Het Indiase ministerie voor cultuur voegde er nog een verwijt aan toe: ".. perpetuating colonial injustice and becoming a party to [the] unethical sale of religious relics" (voortschrijdend koloniaal onrecht en deel worden van de onethische verkoop van religieuze relicten).
Daarbij moet wel bedacht worden dat India nog niet helemaal de gedachte heeft opgegeven dat Boeddha's geboorteplaats in het huidige India gezocht moet worden, en wel in de buurt van de vindplaats van de steentjes, en dus niet in het huidige Nepal.
En bovendien zien ze hier een mogelijkheid voor bevordering van partij-politieke standpunten (BJP) temidden van de niet-kastegebonden groepen zoals die uit het voorgebergte van de Himalayas, de gevluchte Tibetanen, en het tot het boeddhisme toegetreden deel van de dalit. Historische en archeologische kennis van zaken wordt bij dergelijke over-emotioneel gestuurde standpunten niet in overweging genomen. Het is heet, in dit seizoen, in India.
Het verband dat ook studenten en docenten aan het Londense SOAS (The Guardian van 2 mei) willen leggen met Boeddha als de oorspronkelijke ontvanger, zij het postuum, van spulletjes die men inbracht in een aan hem opgedragen stoepa, is op zijn best een aanname, en op z'n ergst het soort kolder dat je bij een academische instelling niet wenst aan te treffen.
Er kan niet vastgesteld worden of de stoepa inderdaad aan Boeddha was opgedragen. Er kan niet vastgesteld worden wie de steentjes er in heeft laten opbergen, en er kan niet vastgesteld worden wanneer dat dan wel geweest zou zijn. We hebben ongetwijfeld te maken met zo'n voorbeeld van welwillende burgers die ook eens iets plechtigs wilden doen, om dan vervolgens dit, en ook dat andere deftigheden verkeerd aan te pakken.
Deskundigen weten dat de historische Boeddha het pertinent vertikte dergelijke zaken (goud en zilver, luxueuze kleding, dure en hoge bedden, en nog zo wat) in ontvangst te nemen, en hij verbood zijn monniken hetzelfde te doen. Geen van hen zal ooit juwelen hebben gehad — roofovervallen kwamen ook toen al voor, en praal- en hebzucht is een kwaal — en dit verbod geldt tot op de dag van vandaag. Het is hooguit een tempel die, onder bewind van een bestuursorgaan, iets dergelijks kan tentoonstellen, als eigendom van het instituut, niet van het individu. En het komt inderdaad voor dat vooral in Thailand waar een tempel geen burgers heeft om een bestuur te vormen de abt dan zelf een bankrekening opent, wettelijk verplicht op zijn eigen naam.
Ga er maar van uit dat niemand binnen de formeel gewijde boeddhistische wereld, althans dat deel dat zich met de canon bezig houdt, het verlies van die gietplaatjes met juweeltjes zal missen. Het is zelfs mogelijk dat ze door, bijvoorbeeld, China gekocht zouden zijn (op 6 mei kon verwacht worden dat de veiling zou worden afgeblazen) teneinde ze in een museum, of in een museale opstelling in een van de grote tempels tentoon te stellen.
Wat dit soort zaken aangaat zijn zeker de boeddhisten uit de thuislanden gulzig, om het zo te formuleren. Ze geloven het allemaal zo graag: het plankje dat te Lumbini uit de grond werd gehaald, de tanden die op de berg Wutai en in Singapore worden bewaard, en sinds Peppé's vondst die halfedelsteentjes — ze worden allemaal gezien als evenzovele tastbare verbindingslijnen naar de persoon van de historische Boeddha, meer dan naar wat hij onderwees.
Medio mei werd bekend dat het veilinghuis het item inderdaad van de catalogus had gehaald.
|
|
■ De Pipraháwa-vondst
|
|
|
|
Nieuws over Boeddhisme is een productie van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme.
De paginas bestaan sinds december 2004.
|
Stichting onder nummer 20138036.
|
| |