april 2025      

  Nieuws over boeddhisme



Ladakh, zo bleek, toonde zich solidair met de hongerstakers.

Op die 28e februari ging de hongerstaking nog steeds over een terugtrekken van de Bodh Gaya Temple Act.
Dat stuk wetgeving bepaalt dat er een meerderheid van 4-4 tempelbestuur moeten zijn, verdeeld over hindus en boeddhisten met de op het terrein levende hindu-Mahant (een saivist) als 9e. Daarmee is de meerderheid van het bestuur per definitie in handen van de hindu-gemeenschap ter plekke.
Tot in ieder geval een aantal jaren geleden was een van de niet-boeddhisten een regionaal rechter, iemand van wie verwacht kon worden dat hij een goed bestuurslid zou kunnen zijn.
Klaarblijkelijk ligt het besturen van het tempelcomplex opnieuw stil, resp. worden er activiteiten ondernomen die ongunstig zijn voor de tempels en gasthuizen op het complex.

Een nieuwsorgaan als
ENewsroom citeerde rond 6 maart 2025 een besluit uit het verleden. Vertaald:
"Het Indian National Congress en de Hindu Mahasabha stelden een comité samen dat werd voorgezeten door Babu Rajendra Prasad, en op 21 januari 1923 verscheen er een resolutie waarin stond dat het Babu Rajendra Prasad vergund werd om het voorstel te onderzoeken aangaande het plaatsen van het beheer over de Bodh Gaya tempel in boeddhistische handen, en om hier verslag van uit te brengen aan dit comité. Het is Babu Rajendra Prasad ook vergund om bij dit onderzoek geschikte personen in te schakelen."

Het bestuur over de deelstaat Bihar besloot na het indienen van het rapport dat beide stromingen, hinduïsme en boeddhisme, de tempelterreinen kunnen gebruiken voor hun riten en bijeenkomsten en dat de boeddhisten deel mochten uitmaken van het tempelbestuur (share in the management). Het besluit eindigde met de opdracht aan de hindu-priester ter plekke, de Mahant (per traditie een saivist), om medewerking te verlenen aan het bestuur. Zoals in voorgaande nummers van Nieuws over Boeddhisme al is gesteld bestond die hulpverlening uit een van tijd tot tijd aanwezig zijn bij vergaderingen, en is nooit vastgesteld dat de Mahant daar actief aan deelnam.

Na dit besluit (1923) door het Bihar-bestuur was de Hindu Mahasabha, een overkoepelende hindu-organisatie, zo slim om te stellen dat het eigendom, dus niet het bestuur, over het Mahabodhi-complex buiten de competentie van het tempel-management-bestuur zou vallen. De Mahant, die zijn eigen tempel en woongelegenheid op het terrein heeft, links van de hoofdingang, stelde in die tijd dat hij een geschreven bericht had van
Shah Alam had waarin stond dat de Mahants de rechtmatige eigenaren zouden zijn van het tempelcomplex. Zo'n document kan echter niet meer geproduceerd worden, en de eerste Mahant die dit document in handen zou zijn gesteld leefde veel eerder dan Shah Alam. Zolang de Mughal-overheersing van India, of tenminste toch Bihar duurde, werden de opeenvolgende Mahants in leven gehouden dankzij stipendia uit die kringen. Daarna bleven ze in leven dankzij schenkingen van hindu-pelgrims die hen een bezoek brachten. Het is dus begrijpelijk dat de achtereenvolgende Mahants vast wilden houden aan, en dank wilden uiten jegens de Mughal-afgevaardigden in Bihar.

De daarop volgende door de federale regering opgestelde "Bodhgaya Temple Management Act 1949" stelde dat het hindu-boeddhistische bestuur een 4-4 verdeling zou zijn, en de Mahant werd daar aan toegevoegd, de facto als een 5e vertegenwoordiger van hindu-zijde.

Op 18 april 1975 vaardigde het Bihar-bestuur een besluit uit waarin stond dat de tussen de "18.000 en meer dan 30.000 "acres" land" dat tot dan toe tot het tempelterrein behoorde (exacte oppervlakte van gronden, en waar ze liggen of lagen lijkt nooit ergens vastgelegd te zijn geweest) verdeeld zou worden onder landlozen in de deelstaat, voornamelijk dalit uit de "Mushahars, Doms, Bhuiyan" en andere familiegroepen.
Het gepolitiseerde deel van die bevolkingsgroepen, naxals genoemd die een vorm van maoïsme aanhangen, hebben zich ook sindsdien niet verzoeningsgezind jegens Bodhgaya opgesteld ondanks het feit dat individuele tempels op het terrein, en in enkele gevallen het overkoepelende tempelbestuur initiatieven ondernamen op het gebied van scholing en huisnijverheid. Nog eind 90-er jaren diende de buschauffeur die pendelde tussen Bodhgaya en Nālandā om de zoveel kilometer een slagboom over de weg recht te zetten die daar waren geplaatst om naxals de doortocht te beletten of tenminste toch te bemoeilijken. Rond 2025 zijn die barrages verwijderd, en zien we een goed geplaveide weg tussen beide dicht bij elkaar liggende plaatsen.

De auteur van het ENewsroom-artikel meende rond 6 maart 2025 dat "There will not be a political party which will oppose handing over the greatest shrines of the Buddhist world to the Buddhist community to manage and maintain it."
Hij riep het Bihar-bestuur dan ook op om de knoop door te hakken en de bestuurskwestie op te lossen.
Daarbij, het zij er aan toegevoegd, is nog altijd gebleken dat boeddhisten betere bestuurders zijn dan hindupriesters, op enkele gurus op goed onderhouden hindu-complexen na.

Op 7 maart was de situatie kritiek geworden. Een advocaat namens de monniken riep het Hooggerechtshof op om snel een uitspraak te doen inzake de 13 jaar geleden ingediende petitie over het onderwerp (13 jaar!!). De situatie was voor de hongerstakers "levensbedreigend" geworden, zo stelde men vast. De foto die
the Moonyak online bracht moet genomen zijn in de eerste dagen toen de hongerstakers nog overeind konden zitten. We zien overigens dat ze zich verzameld hebben achter een portret van Ambedkar, en dat betekent dat de theravāda monniksgemeenschap die de Mahābodhi Society (uit Kolkata) vertegenwoordigen zich niet onder hen zullen hebben geschaard, voorzichtiger, meer teruggetrokken, en meer compromis-bereid als ze zijn.

Er werd na het afbreken van de hongerstaking wel verder gedemonstreerd. In de verschillende tempels in Assam werden
108 lichtjes (toel.5, noot 2) aangestoken in solidariteit met de demonstranten.

Een zich toch als a-politiek presenterende nieuwssite als Scroll.in leek de demonstratie te willen plaatsen binnen een kader van brahmaans vs. boeddhistisch. De wens dat boeddhisten de volledige bestuursrechten over het tempelcomplex zouden krijgen werd daar uitgelegd als een demonstratie tégen het brahmanisme/hinduïsme. Waar het de demonstranten om te doen is, is het correct besturen van het complex, niet om het verwaarlozen c.q. op zijn beloop laten zoals dat bij al te veel hindu-tempels wel het geval is. Daar zijn boeddhisten niet van.
Een van de demonstranten wees niet op die "laa maar waaien-instelling" van de niet-boeddhisten in het bestuur — zo voorzichtig zijn ze dan ok wel weer — maar eerder op het inderdaad bevreemdende gegeven dat leden uit de ene levensbeschouwelijke stroming een heiligdom van een andere zou beheren — want een numerieke meerderheid in het bestuur komt daar wel op neer. Zijn retorische vraag was "Zouden moslims boeddhistische monniken toestaan Mekka te besturen? Zouden katholieken hindus toestaan het Vaticaan te besturen?"
Daarbij ging hij voorbij aan de toelichting bij art. 25 in de indiase grondwet: ". . . the reference to Hindus shall be construed as including a reference to persons professing the Sikh, Jaina or Buddhist religion, and the reference to Hindu religious institutions shall be construed accordingly."

Hoe respectvol de landsbestuurders zich ook willen opstellen jegens Boeddha en waar hij voor stond, een dergelijk artikel in de grondwet geeft hem postuum wel een respectloze stomp in de maag. Als er een was die kritiek had op de voorafgaande vedische opvattingen, dan was het Boeddha wel.

De
Sri Lanka Guardian ging op die Scroll.in door en deed verslag van wat bezoekers daar aantroffen. Een dag voor het SLG-bericht zagen we nog hoe hindu-priesters de religie-kaart speelden toen ze de Mahābodhi-tempel in stapten, alle daar staande beelden voorzagen van een gele sjaal, en verklaarden dat dit hindu "idols" zijn.

« In die levensbeschouwing is een "idol" een beeld dat dankzij bepaald ritueel "geanimeerd" is geworden. Dit in scherp contrast met Boeddha's opvatting; hij nam overduidelijk afstand van geanimeerd zijn van welk niet-menselijk of dierlijk voorkomen dan ook, van het afwijzen van een goddelijk zijn van water, aarde, en vuur tot aan het "vermenselijken" van standbeelden en andere religieuze afbeeldingen. Dat neemt niet weg dat vooral Oost-Azië met zijn levensbeschouwingen als het daoïsme en het shintoïsme moeite heeft met het niet als vermenselijkte god aanroepen van bijvoorbeeld Amitābha Boeddha of Quanyin [Avalokiteshvara]. »

Generaliseren is nooit een goede zaak, maar met open ogen naar situaties te plaatse kijkend kan niet anders dan het bovenstaande vastgesteld worden.
Het probleem in de Bihar deelstaat is dat er om welke reden dan ook na de Mughal-periode nooit een deelstaat-bestuur is geweest dat dit gebied, in principe rijk aan landbouwgronden en andere economisch rendabele mogelijkheden, de zaak nooit van de grond heeft gekregen, en de indruk bestaat dat het de opeenvolgende hoofdbestuurders over deze deelstaat ook worst zal wezen, zolang hun positie maar gehandhaafd blijft.
Nog eind 90-er jaren stelde de federale regering een deskundige aan om, bij het instellen van de
Nālandā-universiteit Bihar "op alle gebieden" vooruit te brengen. Zijn aanwezigheid in deze deelstaat heeft geen twee jaar geduurd — hij achtte zijn inspanningen tevergeefs.

■ Mahabodhi, bestuurs-kwestie




Nieuws over Boeddhisme is een productie van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme.
De paginas bestaan sinds december 2004.

Stichting onder nummer 20138036.