|
■ De London Buddhist Vihāra, zo werd op 14 mei bekendgemaakt, bestaat 100 jaar. Ze hebben het gevierd samen met het Vesak zoals deze Srilankaanse theravāda-gemeenschap dat gewoon is.
De vestiging werd gesticht door Anagárika Dharma-pala, op reis door de wereld om de zaak van de Mahābodhi-tempel in Bodhgaya, India, te bepleiten. Zoals onder de doorklik te lezen valt was hij de eerste die het bestuur over de tempel in uitsluitend boeddhistische handen wilde zien. Hij was ook de eerste boeddhist die tijdens de eerste internationale multi-religieuze bijeenkomst in Chicago het woord voerde. Daar werd hij eigenlijk in de schaduw gesteld van Vivéka-nanda, een flamboyante hindu-prediker zoals Amerika tot dan toe nog niet had gezien. Dharmapala hield het sober.
Ook in het VK kopte
The Nation een "UK backs Wat Buddhapadipa to mark 170 years of UK-Thailand ties" (Het VK ondersteunt het 170-jarig bestaan van wat Buddha-pa-diiipa als teken van VK-Thailand-betrekkingen). De tempel in de buurt van Londen werd in 1965 geopend door het toenmalige koninklijke paar, en is daarmee een soort Thais-nationale vestiging geworden, anders dan andere Thaise tempels in het VK die zijn gesticht door gemeenschappen in het moederland, resp. door monniken overzee.
De ondersteuning aan de vestiging in Wimbledon betreft in eerste instantie de reparatie van het tempeldak. En bovendien deed in Thailand zelf de Britse ambassade een duit in het zakje waar het de jaarlijkse "Pha Pa Samakkhi" aangaat, het jaarlijks aan het eind van de regentijd-retraite aanbieden van monnikskleding en de paar andere spullen (slippers, scheergerei etc.) die ze nodig hebben. (Het "pha" in "Pha Pa Samakkhi" is een verbastering. Formeel moet er phra staan.)
Een andere bijdrage is het concert dat een Britse militaire band op 14 juni zal geven op het terrein van het Vajira-college in Bangkok (spr.: vadjiiira). Op die dag wordt ook het 250-jarig bestaan gevierd van het leger van de VS. Op zichzelf is dat een merkwaardige samenloop van omstandigheden, maar we hoeven er verder niets achter te zoeken; de 14e valt op een zaterdag.
In de maand juni, op de 20e, 1966 schonk een rijke vrouw uit Bangkok een boeddhabeeld het koningspaar een boeddhabeeld. Al snel werd het "de zwarte Boeddha" genoemd, Luang Pho (Oude Vader) Dam (zwart) als een te plaatsen beeld in de nieuwe Britse tempel. Het zwart(1) in "Zwarte Boeddha" staat voor het uiterst kostbare donkere jade waaruit het beeld gesneden is. Met een lichtje er achter, zie de foto, is het gewoon fel groen.
Met andere woorden, Groot-Britannië en zijn vertegenwoordiging in Thailand leverden een gecoördineerde inspanning.
(1) Deze "The Stone of Heaven" wordt ook door de etnisch-chinese monialengemeenschap zo waardevol geacht dat het hen is toegestaan een gladde armband uit dit materiaal te dragen. Op een site als GemA, c.q. Dr Juliette Hibou, lezen we dat de chinese keizers uit de oudheid een "Gui", d.w.z. een schrijfblad van jade gebruikten om "te communiceren met bovennatuurlijke krachten. Zo werd jade een symbool van macht, gedragen door deze keizers en dignitarissen aan het Hof."
Omdat boeddhistische monniken (m/v) door keizers gebruikt werden als trait-d'-union tussen hen en wat in het confucianisme De Hemel werd (wordt) genoemd, behoorden zij tot de klasse van jade-dragende dignitarissen. Nadruk op "gebruikt", want wie een voorspelling deed die niet uitkwam was de sjaak.
Daarbij moet opgemerkt worden dat vanaf de Tang-dynastie al deze personen een-en-hetzelfde soort kostuum droegen, en voor wat betreft de mahāyāna-monialen dat nog steeds doen, en dat monniken en "secretarissen" — toen er nog keizers waren — dus niet of moeilijk van elkaar te onderscheiden waren, op de haardracht na; monniken (in die tijd alleen de mannen) waren kaal (en zijn dat nog, inmiddels ook de vrouwen), anderen niet.
|
|
■ VK en het boeddhisme
|
|
|
|
Nieuws over Boeddhisme is een productie van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme.
De paginas bestaan sinds december 2004.
|
Stichting onder nummer 20138036.
|
| |