■ Via
The Print vernamen we dat 108 zuidkoreanen een maand lang op voettocht zijn gegaan door India, langs de plaatsen die voor boeddhisten van belang zijn. We lezen dat de tocht van
Sarnath naar
Shravasti (ooit Sāvatthi) 1,100 km bedraagt.
Men heeft de tocht niet opgehangen aan een voor het boeddhisme belangrijke gebeurtenis of tijdperk, maar stelt het in het kader van 50 jaar diplomatieke betrekkingen tussen Zuid-Korea en India.
Het cijfer 108 wordt de laatste tijd
veelvuldig gebruikt. (Zie toel. vers 5) Het is mode, zeg maar.
Over Sarnath lezen we nog meer in
Boeddha's biografie.
■ Op het gloednieuwe
mastodon-account werd er op 22 februari al kort op ingegaan. In de Seonwon-sa heeft men ontdekt dat de hoed die, volgen we de smaak van de schilder, bodhisattva
Ksitigarbha draagt het symbool te zien is dat vandaag de zuidkoreaanse vlag toont: het yin-yang-symbool omringd door een viertal trigrammen. Beide zijn symbolen die ooit tot zelfstandige levensbeschouwelijke of filosofische stromingen behoorden, en beide staan ze vandaag bekend als "daoïstisch" — hoewel dat ene meisje me een paar jaar geleden trots meldde dat ze nu ook een boeddhistisch yin-yang-symbooltje om de hals had hangen. Ze was nog heel verbaasd.
Omdat de verwevenheid van boeddhisme en niet-boeddhistische stromingen uit het verleden in Korea toch interessant genoeg zijn om te onthouden is de rest van het verhaaltje op een van de
Korea-paginas
gezet, compleet met een paar woorden over de trigrammen, hun betekenis, en de over de vier elementen waarover het indiase denken en het Boek der Veranderingen (Ijing) het eens waren/zijn.

(Foto: Buseok-sa)
■ De
Korea Herald
van 1 februari had het over een zaak van verjaring.
In de 14e eeuw werd uit de koreaanse Buseok-tempel een 55 cm. hoog beeldje van
Avalokiteshvara gestolen en naar Japan overgebracht. Daar werd het in de Kannon-tempel in de prefestuur van Nagasaki ontdekt door koreaanse speurneuzen. Zij brachten in oktober 2012 het beeldje maar vast weer mee terug naar huis en dienden een klacht in jegens diefstal.
In 2017 diende de zaak voor het eerst voor een koreaanse regionale rechtbank die oordeelde dat het voorwerp met "abnormale middelen" uit de Buseok-tempel was verwijderd. De japanse abt van de Kannon-tempel heeft zich hier tegen verzet en diende hoger beroep in. Hij voelde zich betrokken genoeg om zelf naar Korea af te reizen om aanwezig te zijn bij het verdere verloop van de rechtsgang.
Op genoemde 1 februari oordeelde een Hof van Appèl dat het regionale Hof het niet goed had gezien, en dat het beeldje terug naar Japan moet. Er was geen wettig en overtuigend bewijs dat het beeld ooit gestolen was en op illegale wijze naar Japan was verscheept. Wel werd toegegeven dat het de Buseok-tempel is geweest die het beeldje heeft laten maken, maar of de huidige Buseok ook de Buseok uit de 14e eeuw is, daar twijfelde de rechtbank aan.
Men lijkt, gezien de laatste zinnen in het Korea Herald-artikel, de hete aardappel nu door te willen schuiven naar de Unesco. Men gaat er dan kennelijk van uit dat de Unesco het beeld op de culturele erfgoederen-lijst wil hebben en dat daarvoor een toetsing aan de internationale wetten terzake nodig is.
Een paar dagen later had de zuidkoreaanse minister voor unificatie een ontmoeting met de hoofdabt van de Jogye Orde. Dat lazen we in een kort bericht van persbureau Yonhap. Gezien de titel van de minster zal het over de noord-zuid-kwestie zijn gegaan, maar het kan zomaar zijn dat ze ook over bovenaangehaalde rechtszaak hebben gesproken.