■ Ter gelegenheid van Poson Poya viel het in de Daily Mirror, bij klavier van Yohan Perera, toch op. Hij meldde de uitspraak van de nieuwe President, Ānura Kumára Dissa-náyake: "De komst van de arhat (Perera schrijft "Arahath") die het boeddhisme introduceerde onder de bevolking veranderde de populatie (in levensbeschouwelijk opzicht) en bracht hervorming. Daarmee maakte het de Srilankanen een gecultiveerd gezelschap. Deze cultuur zouden we te allen koste moeten behouden."

        Het valt op dat vlak voor het christelijke feest Pinksteren er verschillende nieuwsorganen waren die sprekers aan het woord lieten met uitingen als "hoe kan het toch zijn dat boeddhistische naties het met elkaar aan de stok hebben!" (Het lopende grensdispuut ts. Thailand en Cambodja). Het is het vaderlijk-neerbuigende "tutut" vanuit een werelddeel dat nog minstens een eeuw nodig zal hebben voordat alle kolonialistisch-imperialistische tendenzen er uit gesleten zullen zijn — zo al!
Een dergelijke uiting vinden we nooit met betrekking tot christelijke naties die elkaar te lijf gaan (gij zult niet doden — Oekraïne-Rusland), nooit bij die ene joodse natie die m.b.t. Palestijnen (Arabs) toch een "yimakh shemam" laten horen: "moge hun naam uitgewist worden", en nooit over islamitische landen die niet-moslims zien als "kafir", op te vatten als ontrouwen of onbetrouwbaren die "takfir" zijn, beledigend (jegens de islamitische wereld), en daarmee niet zelden vogelvrij zijn. Zie bv. Pakistan.