■ Ook Japan heeft tenminste één theravāda-tempel, een in de srilankaanse traditie. Dat lazen we in de Sunday Times van 24 maart. Daar werd aandacht besteed aan de overlijdensdienst voor wijlen een srilankaanse hoofdabt over de japans-srilankaanse monniken-gemeenschap. Opvallend is dat de dienst plaatsvond in de Zentoin-tempel. Dat lijkt een tempel waar, gezien een van de fotos, westerse zennis samenkomen — de decoratie die aan de balken is gehangen is indentiek aan die in een elders in dit nummer gemelde sōtō-shu tempel.⁽¹⁾ Mogelijk is die hal gekozen omdat de srilankaanse vestiging te klein zou zijn geweest voor het hier samengekomen gezelschap waaronder enkele hoogwaardigheidsbekleders.
(1) Zoals de chinees-mahāyānistische monnikskledij confectie kent, zo zijn er bedrijven die zich specialiseren in architecturale en decoratieve elementen in tempels.

■ Een groep thaise zakenlieden heeft begin maart, samen met de Gánga-]á]rama-ya Mahā Vihāraya ("het monnniksverblijf [ārama; zo genoemd naar de rivier:] de Ganges"), een donatie van US$50.000 overhandigd aan Sri Lanka's President die het bedrag meteen heeft doorgeschoven naar het door hem ingestelde project "Let's Wipe a Tear Drop", een fonds ten bate van de allerarmsten in Sri Lanka.

■ Bij uitzondering wordt hier verwezen naar een artikel in Buddhist Door waarin staat dat de voorzitter van het Mahā-bodhi International Meditation Center (MIMC) in Ladakh, India, een bezoek heeft gebracht aan een (nieuwe) tempel op de campus van het Umandawa Global Buddhist Village in het srilankaanse Kuru-negála, ooit hoofdstad van een van de drie koninkrijkjes die Sri Lanka verdeelden, 14e eeuw.
Bedoelde bhikkhu Sangha-sena is Ladakhi, en een van de weinige theravāda-monniken in die regio. Hij krijgt, gezien zijn staat van dienst, buiten India veel te weinig aandacht. Het is telkens weer voortreffelijk te zien hoe en op welke manier hij af en toe in beeld komt.

■ Op 16 maart zagen we een krantenbericht voorbij komen waarin niets stond, althans niet veel inhoudelijks, maar wel veel namen van personen die "iets" zijn, in dit Kelániya-dossier.
Er werd op 14 maart gesproken over "de ontwikkeling van het complex het International Buddhist Center" op de campus van het monnikscollege te Kelániya.
Een maand eerder was er sprake van dit door de President zo gewenste project, als een uitbreiding van de universitaire setting die er al is. Het zou een "post-graduate" opleiding moeten worden. In eerdere jaren hebben we dergelijke initiatieven ook elders gezien; post-graduate betekent dat de opleiding niet hoeft te voldoen aan de eisen die aan voluit universitaire opleidingen worden gesteld; en in tenminste andere landen betekende dit dat er geen overheidsgoedkeuring voor gevraagd hoeft te worden. Ook komt zo'n opleiding niet op een universitaire ranglijst te staan: universiteit A staat op 1, universiteit B staat op 2, etc.

Een initiatief tot het oprichten van een post-doc opleiding wordt niet zelden onder-nomen met het aantrekken van meer buitenlandse studenten als doel, en daardoor ook als een stimulans voor dat deel van de economie dat diensten en goederen voor zo'n instelling kan leveren. Daarmee is een post-doc opleiding in Kelániya of waar dan ook niet slecht, maar het is geen wonder dat het vooral politici zijn die zich daarvoor inspannen; zij kunnen er punten mee scoren, als het ware.

De tempel te Kelániya werd gebouwd, zo zegt deze bron, in 543 vWJ. De eerste formele monniksopleiding, een echte school, startte in 1875. De chronologie van dit voor het theravāda-boeddhisme belangrijke instituut laat een naamsverandering zien, en eindigt in 2019 toen het 60-jarig bestaan van de universiteit onder zijn nieuwe naam werd gevierd. Er zijn inmiddels ook een faculteit computing en technologie, een faculteit geneeskunde, en een management-opleiding aan verbonden.