LANKĀVATĀRA SOETRA


De Afdaling op Lanka - Introductie

Ontstaanstijd




hoofdstukken:

Hoofdthema

Manjushri en Samantabhadra



   
HET HOOFDTHEMA

Al in het eerste hoofdstuk wordt meer dan duidelijk dat zicht krijgen op de betekenis van "het tweevoudige niet-zelf" het hoofdmotief is van de Lanka. We spreken dan over die ervaringswijsheid die zegt dat noch in het wezen, noch in de overige fenomenen een "ens", een "-heid" te vinden is. Deze kennis wordt uitgebreid besproken en de lezer moet proberen hier een diep en intuïtief begrip van te krijgen. Voorts wordt doorheen de tekst duidelijk dat hier, als elders, een volgen van de Middenweg zeer nadrukkelijk wordt voorgestaan. Dit aspect van de Middenweg wordt in de Eerste Leerrede aan de orde gesteld en kan omschreven worden met "het midden houden tussen de mening die zegt dat alles voor eeuwig bestaat, en de mening die stelt dat niets bestaat, of, dat niets na het uiteenvallen van het wezen of fenomeen voortduurt.
Pas in het derde hoofdstuk, in vers 114, zie we een referentie naar sunyatā, ledigheid, als een verwoording van zowel niet-zelf als van Afhankelijk, Voorwaardelijk Ontstaan (pratitya samutpāda). Echter, het derde hoofdstuk is wel zeker een latere toevoeging. We vinden overigens een voorbeeld van deze uitgebreidere interpretatie van niet-zelf (anattā) ook in de veel vroegere Avatámsaka- of Bloemenkrans-soetra (ca. 1e-2e eeuw), een tekst waar de successieve auteurs van de Lanka op veel plaatsen op gesteund hebben. In die Bloemenkrans-soetra vinden we het boek "Verhelderende Methode". Daar staat: "Het definitieve kenmerk der dingen is dat ze impermanent zijn, passieloos, en zelfloos." Het woord impermanent verwijst dan naar Afhankelijk, Voorwaardelijk Ontstaan.
Dat de boeddhistische leer over niet-zelf, in enge, op de persoon gerichte zin weerklank vond in het westerse denken toont een van de 20e eeuwse existentialistische filosofen, Simone de Beauvoir: "Wij zijn het wezen waarvan het wezen is geen wezen te hebben." Meer over het derde hoofdstuk op de bestemde plaats.

MANJUSHRI EN SAMANTABHADRA

Tussen de Lanka en de Avatámsaka soetra bestaat meer dan een overeenkomst; ze zullen in de noten ter sprake komen. Een structurele overeenkomst is dat zowel de Avatámsaka als de Lanka beide grote bodhisattvas opvoeren - met een verschil: in de Avatámsaka zijn beiden de interlocuteurs van Boeddha, in de Lanka vervult alleen Manjoeshri, hier Mahāmati genaamd, die functie. Echter, de Lanka verwijst uitgebreid naar de praktijk van de ander, naar de tien grote geloften van Samánta-bhàdra. Beide grote bodhisattvas zijn attendanten van een Boeddha, soms is dat Sakyamuni Boeddha, maar meestal is het de Oorspronkelijke Boeddha, of Dharmatā-Boeddha, of hier nu de naam Vairócana of een andere aan gegeven mag worden.



Vertaling: bhiksuni Ratana.

Deze pagina is er een op de site www.buddha-dharma.nl
www.buddha-dharma.nl is eigendom van White Jade River, Instituut voor boeddhisme