Uit het archief van www.buddha-dharma.nl




LÍNJÌ YÌXUÁN,
AARTSVADER VAN LINJI- / RINZAI ZEN


verschillende vertalingen


De bijeenkomsten rond chan-meesters uit en na de tijd van Linji waren staande vergaderingen. Hun toespraken, of dialogen, waren nooit lang, zie de volgende pagina, en kijk naar de foto op pagina 2 over Kumarajiva. Er zijn meer prenten bewaard gebleven waarop we zo'n staande vergadering rond een meester zien, en binnen het chinese mahāyāna vindt de gezamenlijke, ceremoniële recitatie staande plaats.

Ondanks, of dankzij, de korte duur van deze bijeekomsten waren er toehoorders die niettemin in staat waren de woorden van de meester op te tekenen — met Chinees heb je geen steno nodig. Dat verschillende leerlingen dezelfde lering optekenden en daarbij in hun weergave van woorden van elkaar ietsje afwijken blijkt onderandere uit een vergelijkend studietje van de hand van Albert Welter. We luisteren zó subjectief dat zelfs dat wat we objectief horen gekleurd wordt door onze eigen verwachtingen, aannames, of vooringenomenheden.

In ieder geval toont Albert Welter in zijn studie dat met name de door hem bestudeerde Japanse Tōji-editie meer woorden nodig heeft gehad, respectievelijk meer eigen invulling heeft gekregen dan die van de Chinese Sibu Congkan idem.

De Nederlandstalige versies hier zijn gemaakt aan de hand van vertalingen van Paul Demiéville (geb. 1894, overl. 1979) wiens werk nog als e-book verkrijgbaar is. Zijn definitieve versie stamt uit 1972. Of hij meer dan een collectie verslagen in zijn bezit had is niet bekend, en uit het hiernavolgende mogen we begrijpen dat hij er wellicht in zijn tijd in Amoy, Zuid-China, al mee bezig moet zijn geweest, en er waarschijnlijk aan heeft doorgewerkt in de jaren dat hij Tokyo verbleef.

In ieder geval kunnen we zien dat eigenlijk beide versies, de 2009-uitgave van Ruth Fuller Sasaki's "The record of Linji" en Demiéville's versie nagenoeg een-op-een identiek zijn, ondanks het gegeven dat de versies die Sasaki's naam dragen engelstalig zijn, en Demiéville's een franse is.(1) Na Ruth Fuller Sasaki's overlijden in 1967 zijn achtereenvolgens een paar ploegjes redacteuren bezig geweest aan uiteindelijk een drietal steeds iets gereviseerde uitgaven. Wat onder Ruth Fuller Sasaki's naam in 2009 in boekvorm verscheen, "The record of Linji" onder eindredactie van Thomas Kirchner, toont maar heel weinig woordelijke verschillen met de Demiéville-versie. Woordelijk zijn er weinig verschillen en, niet onbelangrijk, er zijn amper of geen verschillen in interpunctie. De laatste regel van de eerste door Demiéville vertaalde dialoog die hier in het Nederlands is gegeven luidt in de Sasaki-Kirchner-editie: "Je kunt geen paal de lege lucht indrijven."
De "loonslaaf", Demiéville's woorden, in de toespraak die begint met "De dingen van de geest hebben geen ervaarbaar gezicht......" is een "huurling" in de Sasaki-Kirchner-editie. Verder geen verschillen.

Er is onder bewonderaars van "The record of Linji", dwz. de 2009-uitgave, sprake van gebruikmaking van "losse velletjes met aantekeningen"(2). Zoals gezegd verbleef Paul Demiéville lang voor Ruth Fuller Sasaki in Japan, en daarvoor zat hij in Amoy. Waren Demiéville's eerste pogingen om Linji's werk te vertalen in handen gekomen van een van de studenten aan een van de instituten waar de prof werkte, en had deze student of docent of onderzoeker het zaakje afgeleverd bij het "The record of Linji" team, zonder er bij te vermelden wie de bron was? Of heeft Demiéville uit goedheid des harten rond 1972 zijn eindvertalingen — die tijdens zijn leven toch niet meer in boekvorm zouden verschijnen — aan het team gegeven of gestuurd met een "doe er maar wat mee", en hebben de laatste twee eindredacteuren, die van de 1975- en die van de 2009-uitgave het niet nodig gevonden om hier aan bronvermelding te doen (d.w.z. was er sprake van plagiaat)? Of wisten ook zij niet wie de auteur was van werk dat ze zo klakkeloos naar het Engels overzetten?(3) Met ander woorden, ontmoette Demiéville rond 1972 de persoon die later de 1975-uitgave zou verzorgen en gaf hij een "die 1970-vertaling die onder de naam van Ruth Sasaki verscheen voldoet niet aan mijn academische maatstaven. Hier is mijn bundel, ik ben al oud, maar wat u er ook mee doet, laat mijn naam er buiten." ?



(1) Een eerste versie van "The record of Linji", vertaald door Ruth Fuller Sasaki en een aantal mensen om haar heen verscheen in 1970, getypte velletjes die de ronde deden in een aantal zencentra in Amerika. Een tweede gereviseerde versie verscheen in 1975 (zie de hierna vermelde Nanzan-file), en de derde in 2009 (ISBN 9780824828219). Of de 1970-versie van, laten we het noemen, de Sasaki-editie significant afwijkt van die van 1975 en van de gedrukte 2009-uitgave is waarschijnlijk; bij het verschijnen van de 2009-uitgave wordt het woord "gereviseerd" gebruikt.

(2) http://nirc.nanzan-u.ac.jp/publications/nlarc/RecordofLinji.htm).

(3) Paul Demiéville doceerde en/of onderzocht/publiceerde een aantal jaren in Tokyo (1926-1930). Hij was een van de academici die aan de Keizerlijke Academie van Japan werkte aan een encyclopedie die Hōbōgirin heet. Deel I verscheen in 1929.
Hij was verbonden aan het Centre national de la recherche scientifique (CNRS). In 1968 schreef hij een voorwoord bij sinoloog Étienne Balasz' posthuum verschenen "La bureaucratie céleste" (uitg. Gallimard) waarin hij de tot Fransman genaturaliseerde Hongaar citeert wanneer deze in 1954 over China spreekt met een "Op ons Russo-Amerikaans tijdperk zal in de 21ste eeuw een Chinees (tijdperk) volgen."

Naar enkele uitspraken
Terug naar pagina 1



Deze pagina is er een op de site www.buddha-dharma.nl
www.buddha-dharma.nl is eigendom van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme