April/mei 2025
Nu we de periode achter de rug hebben waarin haasjes eitjes leggen, en nu zich een soort zomerse windstilte aankondigt, kan even verwezen worden naar een recente "stand-off" met iemand op de "socials" die zich middels een selfie naakt, maar met een geruite pet op zijn hoofd aan het publiek toonde, en verklaarde dat hij hier in overeenstemming met het "Zen Buddhism" aandachtig stond te wezen. Daarop kwam een reactie van een socials-redactie die vond dat dit stevig terecht wijzen van de vent niet in overeenstemming was met het "Buddhism", dat zich zou onthouden van oordelen en veroordelen. We bespeuren hier de invloed van het Lotus Soetra en het Nichiren, maar dat is voor insiders.
Goed. Dus Boeddha leerde zijn volgelingen om geen mening te hebben. Zo werd dat in de VS opgetekend door de Buddhist Priory, en door Access to Insight dat hier Boeddha's vermaning weergeeft aan zijn jonge zoon Ráhula, als novice ingetreden die, zoals dat gaat met kinderen, oordeelt over wat hij tegenkomt. In onze taal: dit vind ik cool, dat vind ik stom.
We hebben met deze leerrede dus te maken met een unieke omstandigheid, waarin op die ene unieke persoon wordt gereageerd. En zo zijn er nog een paar leerredes waarin het "heb geen oordeel" voorkomt, telkens aan het adres van iemand die deze vermaning nodig had, en niet als algemeen adagium.
Onderstaand zullen we zien dat Boeddha zijn volwassen volgelingen niet aanried om het "heb geen mening" maar overal op van toepassing te verklaren. Het is zeer wel mogelijk dat de Berkeley- en andere groepjes, ook die in de Oude Wereld en "down under", hier een uitweg hebben gezocht: dat voortdurend berispen door christelijke voorgangers, dat blieven we niet meer; dit boeddhisme (zoals wij willen dat het is of zal zijn) leert ons dat alles kan en alles mag, en dat we dus overal mee weg kunnen komen. Hèhè, da's een opluchting!
Zo kinderlijk eenvoudig is het boeddhisme echter niet. Iemand in maart-april 2025 tekende het met enige verbazing op: "Steely Buddhism".
Beginnen we bij Boeddha's Eerste Leerrede. Daarin wordt zowel zelfkwelling als hedonisme met afkeuring tegemoet getreden:
"Yocayām kāmesu kāmasukhallikānuyogo hīno gammo pothujjaniko anariyo anatthasamhito"
Daar is het nastreven van zintuiglijk genot [hedonisme], dat laag, vulgair is, ... de weg van de wereld, niet nobel, en niet naar het doel leidend.
Het woord "vulgair" is door ondergetekende dan maar gekozen omdat de letterlijke tekst, "gammo", (iets van) "de dorpeling", de dorpelingen van deze wereld wel heel erg wegzet. Zo is het niet. Dat willen we niet meer. Dat vinden we ongepast en al te generaliserend.
Het "gammo" kon blijkbaar in het Noord-India van die tijd gebruikt worden omdat er, denk aan de Indonesiër die gehurkt langs de kant van de weg zijn kretek wegpaft, gewoonten waren die de adellijke Boeddha niet onder zijn mede-monniken herhaald wilde zien.
Hij had een mening, en wel een negatieve. Hij oordeelde, en veroordeelde zelfs.
Gaan we naar Boeddha's oordeel over zijn tijdgenoot, de koning (raja) Ajáta-sattu (volgens de Pāli-canon, niet volgens het mahāyāna Lotus Soetra).
Ajáta-sattu dan, sloot zijn oude vader op en liet hem de hongerdood sterven omdat hij niet kon wachten op de dag waarop hij de troon zou overnemen: "Laat geen ander bezoek toe dan mijn moeder, ... geef hem geen voedsel opdat hij de hongerdood zal sterven."
Boeddha had daar een mening over, hij oordeelde dat dit (P.:) anantārika kamma was, een onvergeeflijke daad met een navenant resultaat. Vader- en moedermoord komt in de door alle traditionele boeddhistische stromingen aangehouden monialenregels dan ook voor als een overtreding die onmiddellijke uitsluiting uit die gemeenschap tot gevolg heeft.
Boeddha oordeelde, en veroordeelde zelfs.
En dan is er nog de Pāli leerrede over de 62 verkeerde meningen, de Brahmajāla Sutta. Die leerrede gaat over de periode waarin prins Siddhàrtha tussen de tijd dat hij het huis verliet en die van zijn Ontwaken alle toen in Noord-India aanwezige ascetische levenswijzen had verkend, en had afgewezen als niet naar het doel van verlichting leidend (... anáriyo anatthasàmhito): niet nobel, en niet naar het doel leidend.
Boeddha oordeelde, en veroordeelde zelfs.
Zijn monniken mochten zich niet naakt vertonen, niet meedoen aan ascetenspelletjes zoals in een gladde paal klimmen om een daarop geplaatste peperdure etenskom bemachtigen.
En de burger werd aangeraden zich niet te bezatten of andere drugs te gebruiken. Hem werd ook aangeraden geen schulden te maken. Ook schulden maken werd veroordeeld.
En de met elkaar strijdende clans werden veroordeeld wanneer ze vrouwen en meisjes niet met rust lieten: "Zo lang de (clan, de) Vajjis vrouwen en meisjes niet ontvoeren (uit die andere clan) om met hen te leven, kunnen ze groei verwachten, geen achteruitgang."
En kunnen we dat, oordelen, en zo nodig veroordelen zonder gevoelens van haat en/of vergelding te doen ontstaan? Ja, dat kan. Maar de voorwaarde daarvoor is dat we dan wel een voortdurende zelfreflectie hebben — waar ben ik mee bezig, schiet ik, schiet die ander er iets mee op? Soms moet je dan inderdaad stevige middelen gebruiken, bijvoorbeeld door een naakte vent met een geruite pet op "silly" vinden. Hij schrok. Of hij het maken van dergelijke selfies sindsdien heeft achtergelaten valt moeilijk te achterhalen. Maar, het schudde hem even door elkaar, en dat kan onder de omstandigheden alleen maar goed voor zo iemand zijn.
|
Deze pagina is er een op de site www.buddha-dharma.nl 
www.buddha-dharma.nl is eigendom van White Jade River, Instituut voor boeddhisme
|
| |