april 2024      

  Nieuws over boeddhisme
Opgegraven, Tentoongesteld



Mogelijk ter ere van het jaar van de draak publiceerde het chinese Outlook een kort verhaal over 2 tempels die op de stadswallen van de noordelijke stad Zhengding staan, en die nu, voor zover nog overeind, tot museum over de chinees-boeddhistische architectuur en kunst zijn gemaakt.
Een ervan is de Lóng Xīng-tempel.
Met het "lóng" hebben we niet zoveel moeite: draak, maar het xīng is al een stuk moeilijker: grens? bergpas? Dus de "draak op de grens", "de draak die de bergpas bewaakt"?
Wat op een van de paginas de "Moni-hal" wordt genoemd is de hal die is opgedragen aan Sakyamuni Boeddha, in het chinees Si-jia-MONI-fo.

Een andere opgeknapt restant van een tempel in Zhengding is de Kaiyuan. Op de webpagina van deze tempel zien we de overblijfselen van de stadswallen waar beide tempels op stonden, als een soort wachters over, op dat moment, buitenlands gebied.

Ter gelegenheid van de jaarlijkse Asia Week organiseerde de Japan Society in New York een tentoonstelling onder de noemer "None Whatsoever". De tentoonstelling loopt nog tot 16 juni van dit jaar. De aankondiging zegt dat hier de kunst van het zen wordt getoond, een viertal eeuwen van inkt-schilderingen en calligrafieën.
Met name schijnt werk te worden getoond van Hakuin Ekaku.
Wat er in de afbeelding onder de hiernavolgende link wordt getoond is onderandere het kanji in de wild gras stijl.
Het schijnt onder intellectuelen dan een sport te zijn geweest om te raden wat er staat in dat quasi slordige schrift waar normaliter geen touw aan vast te knopen valt.



Alleen onder het volk van de Muong in Vietnam wordt een papiersoort gemaakt die meer dan 30 stadia nodig heeft om te worden, een papier gemaakt van boombast. Het artikel vermeldt niet welke boomsoort hier voor gebruikt wordt, maar verder nazoeken levert op dat het om de bast van de jonge stammen van de Aquilaria crassna gaat (de ; foto) en over de Broussonetia papyrifera (de Duong of Rang).
De Muong stellen dit papier zo op prijs, en dus ook het schrijven of calligraferen er op, dat er, nadat de productie is voltooid, een stukje van de wordt aangeboden aan de god van de literatuur, een figuur die vanuit het confucianisme de volkse religieuze praktijk is binnengedrongen. In Vietnam is dat niet zo vreemd omdat in de oudheid het door de hoven werden gebruikt om bijvoorbeeld gedichten op te schrijven.


Ze weten het ook altijd beter, van die boeddhisten. Maar het bronzen beeldje dat afgelopen zomer verscheen tijdens het door de BBC uitgezonden Antiques Roadshow werd door expert Robert Waterhouse zowel juist als onjuist geduid.
Het artikel eindigt met de mededeling, of veronderstelling, dat het hier om een 17e-eeuws beeld gaat. Echter het dateren van deze "bronzen", asta-dhatu in India: "8" (= verschillende) materialen, is heel moeilijk; het kan net zo goed 19e-eeuws zijn, wie weet.
De expert stelt dat het hier om een "chinees bronzen" beeldje gaat, maar de iconografie toont toch aan dat deze figuur — 18 armen — eerder thuishoort in de Himalayas, met uitzondering, wellicht, van het Manchu-boeddhisme dat aan het eind van de keizerlijke periode in Beijing werd beleden.
Verder stelt de expert dat het hier om "een boeddha" gaat, uit China, dus. Dat is deels juist, en deels onjuist. In principe noemt het boeddhisme in China dergelijke figuren bodhisattvas, niet boeddha. →

Alleen in de Himalayas kent men een leerstuk dat zegt dat bodhisattvas boeddhas zijn, zoals in dit geval, een beeltenis van Ava-lokite-shvara (met de beeltenis van haar root-guru in de hoofdtooi) die in de Himalayas bekend staat als Chenrezig. Het is met name deze voorstelling waar de naam "boeddha" aan gehecht wordt, alles in de gedachte dat een boeddha in feite al boeddha is, en dat hij het alleen nog moet realiseren: Ontwaken tot. Dat zien we dus alleen in de Himalayas, een vorm: én bodhisattva én boeddha, is in principe niet chinees.

Tenminste twee nieuwsorganen hadden het bericht dat er in of nabij Datong, ooit een chinese grensplaats, de restanten zijn aangetroffen van een boeddhistische tempel. De chinese staatspers toonde een foto van een boeddhahoofd uit de noordelijke Wei-periode (386-534), met die nogal overdreven glimlach, en een krant uit Azerbeidjan toonde een stuk muur met daarin uitgehouwen figuren.
Er moet wel sprake zijn geweest van een "hidden in plain sight", want miniem is de vondst allerminst.
verder


De chinese media zitten ook op mastodon. Op 13 maart zagen we een kort bericht voorbijkomen over een tentoonstelling in New York van wijlen de beeldhouwer Liu Shiming. De kunstenaar maakte beeldjes met kledij uit de oudheid, althans kledij die literati en chinese boeddhistische monialen droegen, maar dan met de hoofden van dieren er boven, "echte" dieren en gefantaseerde. Dat vond Xinhua leuk. Gek hè?!
De afbeelding toont een uitsnede van de hele foto.


Het indonesische slechte voorbeeld volgend, waar de Borobudur "tempel" wordt genoemd, liet Global Times, een chinees nieuwsorgaan, een foto zien waarop rond de tot ruïne vervallen Subax-stoepa, die ze "tempel" noemen, een houten pad is aangelegd waarover de toerist om dit enorme bouwwerk in de buurt van de stad Kuqa een ommetje kan maken. (Vroeger werd Kuqa geschreven als Kucha).
Daar is nu ook een ondergronds museum ingericht dat gewijd is aan de graftomben die in deze noordwestelijke provincie zijn uitgegraven. →

Meer naar het oosten lijken een aantal van dergelijke tombes artefacten te hebben gehad die in verband gebracht kunnen worden met het Jingtu-boeddhisme, het oorspronkelijke Reine Land-boeddhisme. Dat lijkt in de hier aan de orde zijnde Xinjiang-provincie niet het geval te zijn.

Het is dat de vanuit de VS naar Japan teruggebrachte kunstvoorwerpen, ooit gehouden in het huis van een amerikaanse veteraan met lange vingers, voor een deel afkomstig zijn uit de Enkaku-ji (foto), een boeddhistische, althans zen-tempel die werd gebouwd door koninklijke families, dat we er aandacht aan besteden. Lezen we het artikel van Taro Ono goed, dan waren de voorwerpen ten tijde van de roof in Okinawa.
De eigenlijke stichter van de tempel, Mugaku Sogen (1226-86), was een naar Japan gemigreerde chinese monnik uit de Song-dynastie. Zijn eigenlijke naam was Wuxue Zuyuan (spr. ongev.: Woe-zjwee Zoe-jwèn). →

Zijn bijnaam was Foguang Guóshī (spr. ongev.: Foo-gwang Gwoo-she: "teachers of the state", "national preceptor"), en wel in de beroemde Foguang-tempel, een tempel waar de hedendaagse gelijknamige taiwanese monialen-gemeenschap naar vernoemd is.

De foto boven toont een van de teruggebrachte schilderingen waarop een koning met zijn entourage.

China Daily liet op 26 maart een foto zien van 30 artefacten die vanuit Taiwan teruggegeven waren aan het National Museum of China, op het vasteland van China wel te verstaan.
Het gaat dus kennelijk niet om al die beelden, schilderijen en andere voorwerpen die op Chiang Kai-shek's schepen werden geladen ten tijde van zijn vlucht naar Taiwan — ze werden door de nationalistische troepen uit het museum in Beijing geroofd en zijn nog steeds te zien in het nationale museum van Taiwan.
verder op de China-pagina






Nieuws over Boeddhisme is een productie van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme.
De paginas bestaan sinds december 2004.

Stichting onder nummer 20138036.


>