Medaljes, Harbin, en Zvenigorod
Dan, kort, u moet het zelf even lezen, over de hoofdstukken voorafgaand aan en volgend op dat over Shambalá in John McCannon's uitstekende werk dat zeer uitgebreid is voorzien van verwijzingen en voetnoten. En voor we verder gaan over de hoofdpersoon: Rusland noemde hem en zijn familie Rerikh, Reerik op z'n Hollands. Op die manier is een van Roerich's zonen die achternaam dan ook gaan schrijven, en voor wat betreft de uitspraak willen we dat voorbeeld hier ook volgen.
De auteur heeft zich niet laten bedotten, en verwijst voor de bron van Nicholas Roerich's wens om koning te worden over een boeddhistisch rijk terecht naar de 
Kalachakra tantra. Eigenlijk, maar daarover uitte deze door zijn echtgenote op de mystieke weg gezette kunstschilder zich zelden, wilde hij de autocratische, of meer precies een theocratische maar toch welwillende vorst worden over een uitgestrekt gebied waarvan, althans rond 1926, Harbin in Mandzjoerije de hoofdstad zou worden, met Tibet, en Mongolië, en wat we nu autonome russische republieken noemen zoals Kalmikië, daarin opgenomen.
De keuze voor Harbin zo stelt McCannon, kwam er omdat Roerich's broer onderandere daar gelegerd was geweest als soldaat in baron Ungern's Witte Leger dat de tegenhanger was van het bolsjeviekse Rode Leger. Ungern wist zich de "reïncarnatie van Genghis Khan".
Roerich zag het voor zich, en schilderde in 1941 "Gher Khan" (of Ghesar Khan [McCannon, p.291]) alvast, de in de Himalaya's geëerde, zei Roerich, krijger-koning, een beeld dat geënt is op het mongoolse "khanaat", zo dicht bij het oude Rusland.
De tot 1936 — en ook geen dag langer —
door Roerich bewonderde 13e dalai lama (monnik-koning) had zijn eigen legertje gehad. Niet dat het succesvol opereerde, maar het liet toch de gedachte na dat "een beetje strijd", in Roerich's woorden, onontbeerlijk zou zijn bij het vestigen van zijn hoofdstad van Shambalá.
De 13e dalai lama overleed in 1933. Hij, minder dan de 9e panchen lama
(1) van die tijd, gold als het template voor een Roerich die vanaf 1933, tot 1947, zijn eigen jaar van overlijden, de tijd had om zijn vermeende reïncarnatie (maar dan beter!) van de 13e dalai lama in zijn wakende dromen uit te werken. 
Dat van Harbin is het uiteindelijk niet geworden. Verder in het boek lezen we dat er een boeddhistische stad aan de voet van de hoogste berg van de Altai gesticht zou worden, die Zve
nigorod zou heten, naar de stad in de Moskou-agglomeratie, en dat boven die stad een witte kerk zou uittorenen (de familie had de in die tijd nog redelijk nieuwe Sacre Coeur in Parijs gezien.)
Het klinkt allemaal erg verward, maar het was dan ook verward.
Niettemin hebben we in het Europa van die tijd een aantal voorbeelden gezien van industriëlen die, met de bijbel of een ander boekwerk in de hand dorpen stichtten rond hun fabrieken. Roerich's idealen gingen echter verder: Zvenigorod zou tenminste het knooppunt worden van een landsgrenzen overschrijdende boeddhistische cultuur, om uit te monden in een soort Verenigde Boeddhistische Staten en liever nog in een echt land genaamd Shambalá. Dat was het einddoel, Het Grote Plan zoals ze het noemden.
In 1923 en 1924 reisde het echtpaar, na hun vertrek, zoniet vlucht uit het onrustige Rusland dat weldra de USSR zou worden, door India's deelstaat Himáchal Pradèsh. In 1928 kochten ze in die deelstaat een "estate", in de Kulu-vallei, waar ze tot Nicholas' dood zouden blijven. Toen in 1948 Rusland Helena en haar jongste zoon een visum weigerde vestigden ze zich in Kalimpóng, West-Bengalen, waar Helena in 1955 zou overlijden. Hun verblijf in India verklaart het elders genoemde portret dat Roerich Jr. schilderde van Indira Gandhi; de familie bleef ronddraaien in de beter-gesitueerde kringen van de samenleving.
Daarvoor, in Het New York van begin -20er jaren had Nicholas meegekregen dat hij ook de 5e dalai lama was geweest, degeen die ooit het Pótala-paleis in Lhasa had laten bouwen. (ibid p.240)
In het hoofdstuk "Shambalá" zelf vallen we nog vaker in een stuip. Waren de Roerichjes niet alleen zodanigd overtuigd van hun eigen belangrijkheid dat Nicholas, eenmaal voor een tijdje terug in Moskou — "voor onderhandelingen !" — ook Trotsky wensten te spreken over hun verheven plan om een "Buddho-communistisch" rijk te vestigen in de Altai (maar de man zelf niet te spreken kregen, wel zijn echtgenote), het echtpaar deelde de verondersteld belangstellende menigte ook mee dat Nicholas, eenmaal weg uit Moskou en aangekomen aan de voet van de Altai, fluks heen en weer naar Beijing (Peking) pendelde om daar onderhandelingen te hebben met de 
panchen lama (spr.: pànsjen), over de bouw van die stad, uiteraard (ibid p.314). Het verhaal wordt door de een als waar gezien, en door de ander van de hand gewezen.
verder
(1) medio juni 2023 kwam in Australië de benoeming of het "vinden" van de toekomstige dalai lama weer eens op de agenda. De tibetaanse gemeenschap in ballingschap wees China's besluit dat zij de komende dalai lama zouden benoemen opnieuw ferm van de hand. Een van de twistpunten is dat China lootjes met namen in een urn wil gooien en wie d'r uit komt die is 'm. "Tibet" daarentegen blijft vasthouden aan het op pad sturen van senior monialen die het ene of het andere kind gaan vinden dat dan in hun ogen de reïncarnatie van de overledene zal zijn.
Kijken we naar een site als Treasures of Life, dan zien we dat de 9e panchen lama op de "chinese" manier benoemd is geweest. Er is dus precedent, zal China zeggen. En de Tibetanen zullen zeggen dat een panchen lama nog geen dalai lama is.