November 2018
Vallabh Bhanshali is de bestuurder van de vipassaná-faciliteit in Mumbai. Vorig jaar en dit jaar is hij een paar keer online geweest in videos waarin hij onderandere Go-ènka's opvattingen van meditatie zo uiteenzet dat we moeten begrijpen dat tenminste de Mumbai-pagoda — gebouwd als een kopietje van de Shwedagon in Myanmar — niet langer ana-pana-satí wordt genoemd, aandacht op de adem bij de punt van de neus, maar vipassaná, aandachts- of inzichtsmeditatie. Niettemin horen we Bhanshali de praktijk zo uiteenzetten dat hij anapana en vipassaná als een-op-een gelijkstelt, en eigenlijk nog denkt dat een "stille geest" de combinatie van beide technieken is. Een "stille geest" is min of meer de omschrijving van een andere, preliminaire, techniek als die van samathá, rechtop dutten. Niet dat dutten wijsheid oplevert, maar het kan het veld schoonmaken voor het echte werk dat daarna komt. De meesten zullen zover niet gaan, en zich na hun "meditatie", dutten, uitrekken als een luie kat: hè heerlijk, daar was ik zó aan toe.
Een nogal schokkende uitspraak van deze heer Bhanshali is "waarom zou je het niet onderwijzen aan een kind, aan een vrouw — iedereen kan het doen." Well ....! We're in India, aren't we? Goeie genade!
Wat de kenner van de geschiedenis van Go-ènka niet zal ontgaan is dat ook Bhanshali de oefening plaatst binnen de context van het actieve leven, in dit geval het zakenleven. In West-Bengalen is dan ook een Goenka College of Commerce and Business Administration opgericht. Zouden we denken dat Bhanshali de vrouwen niet zo geschikt acht voor wat hij als meditatie heeft meegekregen, een groot deel van de studenten aan het College blijkt toch vrouw te zijn, althans dat laten de fotos uit 2016 zien (India staat er om bekend dat wat daar een vliegende start doormaakt vaak ook vrij snel weer op z'n gat ligt).
Art of Living, in de traditie van de hindu-goeroe Sri Sri Ravi Shankar lijkt aan de haal te zijn gegaan met de ana-pana-techniek van Goenka.
De Āna-pāna-satī sutta ([PTS] MN 118), de leerrede (sutta/soetta) over de beheersing van (āna) de adem (P. pāna; Skr. prāna) werd uitgesproken in (P.) Sāvatthī, resp. (Skr.) Srāvasti, in het park van de moeder van een van Boeddha's gezellen, Migāra, ten overstaan van "raw recruits" onder de monniken. In die leerrede somt Boeddha alle mogelijk meditatie-contemplatietechnieken op, en in dit geval, gezien de aanwezigheid van jonkies voor zover het monniksjaren aangaat, beveelt hij de aandacht op de in- en uitgaande adem bij de tip van de neus aan.
Er is in deze cluster van White Jade River-paginas al eerder gesteld dat die techniek om fysieke redenen niet geschikt is voor westerlingen, maar er zijn er die daar niets van willen weten.
Deze techniek, zegt Boeddha brengt de viervoudige toepassing van aandacht (satí) tot vervulling, de "bevrijding van het zien (of weten)", vijjāvimutti (spreek: viedjaa vimóetti).
De hele, voor het Kleine Voertuig lange tekst staat in verschillende vertalingen online.
Het is dus geen techniek die ontwikkeld is om de mens achter zijn bureau of elders beter te laten presteren, maar om een aantal zaken tot perfectie te brengen tot verlichting is bereikt, met behulp van de "zeven schakels die leiden tot Ontwaken". Dat zijn 1: Aandacht (sati-sambojjhànga - spreek: samboodj-ànga, g als in 'good'),
2: onderzoek (vicaya-sambojjhanga - spreek": vietsjája-s...),
3: energie (viriya-sambojjhanga - spreek: viiri-ja s..),
4: vreugde (pīti-sambojjhanga),
5: rust (passaddhi-sambojjhanga - spreek: pássadi s...),
6: samādhi s...,
7: gelijkmoedigheid (upekkhā-sambojjhanga - spreek: oepèkka s...).