Uit het archief van www.buddha-dharma.nl






CHINA

Deel 3


Klik naar de volgende bijdragen:







DUNHUANG, DE MOGAO-GROTTEN
Licht op Mogao-grot 465
Het vakblad voor aziatische kunst, Orientations toonde in de inleiding tot het mei-nummer 2004 een bijdrage over de muurschilderingen in de Mogao-grot nr. 465. De Mogao-grotten zijn te vinden in het uiterste noord-westen van China, het eindpunt, of startpunt, van de Zijderoute. Doorheen de eeuwen hebben pelgrims en handelaren de wanden van de vele grotten bedekt met prachtige muurschilderingen. De schilderingen zijn meestal religieus van aard, en voor een groot deel van de hand van boeddhisten. Archaeologen en kunstkenners zijn sinds de grotten zo'n honderd jaar geleden opnieuw werden geopend nog steeds bezig de schatten en religieuze voorwerpen te catalogiseren en te beschrijven. Een paar van deze grotten zijn open voor het publiek; het overgrote deel is echter slechts toegankelijk voor vaklui - de inwerking van licht en natte adem van mensen heeft al aangetoond dat deze schade kunnen toebrengen aan de muurschilderingen die hier eeuwenlang in het donker verborgen zijn gebleven. Een aantal jaren na 2004 is een museale faciliteit ingericht waar de bezoeker replicas van enkele grotten kan bezoeken. Zie onderstaand hoofdstuk "masterplan".

Orientations gaf een verslag van onderzoek in grot 465, en toonde een fragment van een wandschildering met een "Black hat" tibetaanse monnik, iemand uit de kagyu-stroming. Van dit werk wordt gezegd dat het in de 13e eeuw tot stand kwam.

(Inzet: voorbeeld van de hoofdtooi van de zwarthoeden.)




Wateroverlast Mogao-grotten
"Dit is een vallei," zegt archaeoloog Peng Jinzhang begin 2005. "Wanneer het regent stroomt het water de Daquan-rivier in die beneden de grotten langsloopt." Peng Jinzhang sprak over de Mogao-grotten, de plaats waar in meer dan 470 grotten door de loop van de eeuwen kunstvoorwerpen, religieuze geschriften en teksten over geneeskunde en dergelijke bijeengebracht zijn geworden, en toen vergeten werden tot het jaar 1907 waarin Sir Aurel Stein, op aanwijzen van een daoïstische monnik die de grotten bewaakte, deze schatkamer ontdekte, en vooral belangstelling had voor wat de bibliotheekgrot wordt genoemd.
Een flink aantal jaren wordt er nu alweer gewerkt aan zowel het catalogiseren en bestuderen van de gevonden voorwerpen als onderzoek naar de grotten zelf.
Het unieke van de situatie is dat de Mogao-grotten uitkijken over een woestijn, en dat er slechts in de verte een miniscuul meertje glinstert - dat ooit minstens de dubbele omvang moet hebben gehad. Verder lijdt de hele provincie Gansu onder onwaarschijnlijke droogte, met uitzondering van een keer of vier per jaar. Dan valt het ook met bakken uit de lucht. De grotten zijn in drie tot vier lagen boven elkaar uitgehouwen, als etage-woningen. Peng zegt dat door zowel van onder, in de vorm van doordrenken van het poreuze gesteente, vanuit de rivier, als van boven via doorlekkende rotspartijen nu veel van de onderste grotten zijn ingestort, en dat de laag daarboven, de tweede verdieping, ook op kapseizen staat. Wat er aan deze water-overlast gedaan kon worden was op het moment van publiceren nog niet duidelijk.
(Bron: Xinhuanet)

Desertificatie
Midden november 2007 liet persbureau AFP weten dat ondanks die paar stortbuien de desertificatie niet meer te stoppen lijkt. Berekeningen hebben uitgewezen dat de Kumtag-woestijn, juist beneden de Mogao-grotten per jaar met ca vier meter groeit. Een verder opwarmen van de aarde, en daardoor verdroging van het gebied lijkt niet meer te stuiten. Daarmee zullen ook de grotten verder in de gevarenzone komen.
Masterplan Mogao-grotten
Zojuist is het algemene plan voor management en conservering voor de Dunhuang Mogao-grotten gereed gekomen, meldde People's Daily op 19 augustus 2005.
Het plan werd opgesteld door het History Research Institute van China, het Amerikaanse Getty Conservation Institute, de Australian Heritage Commission en de Dunhuang Academy. Daarmee is het eerste nationale erfgoed-masterplan in China een feit.
"Als het aantal toeristen niet gelimiteerd gaat worden", zei Fan Jinshi, de directeur van de Dunhuang Academy, "dan zullen binnen duizend jaar de muurschilderingen door (de uitademing van) de toeristen vernietigd zijn."
Het belangrijkste waar men zich de komende jaren mee bezig wil houden, zo werd gezegd, is het vastleggen van de materiële stand van zaken van de gevonden kostbaarheden, hun waarde, hoe ze in de toekomst geconserveerd moeten gaan worden, en wat daar voor nodig is. Zo werd een blauwdruk gemaakt voor werkzaamheden voor de komende 20 jaar.
Op 15 maart 2011 werd bekendgemaakt dat het masterplan voltooid is, althans men weet wat en hoeveel er moet gebeuren. Een deskundige bron die niet direct bij dit masterplan betrokken is is het Londense International Dunhuang Project (IDP). De grotten staan sinds 1987 op de Unesco-lijst.
Dunhuang virtueel
In een commentaar gepubliceerd door de China Daily van 6 april 2007 werd een serie artikelen besproken die verscheen in het chinese magazine Lifeweek. De serie besprak "het roven van de schatten van Dunhuang in de Gansu-provincie." In het kort kwamen de serie en het commentaar er op neer dat sinds de herontdekking van de Dunhuang-grotten in het jaar 1900 er "een periode is gekomen van internationaal archeologisch onderzoek en roven." Nadat de brit Sir Aurel Stein in 1907 was begonnen met het systematische leeghalen van wat de bibliotheekgrot is gaan heten werd zijn voorbeeld gevolgd door "archeologen uit Frankrijk, Rusland, Duitsland en Japan." Vanaf 1920 mocht Stein China niet meer binnen.
In de tachtiger jaren van de vorige eeuw werd de Unesco's hulp ingeroepen bij het terugvorderen van gestolen artefacten, een verzoek dat op dove oren stuitte.
Nu, zegt het commentaar, zijn tenminste internationale deskundigen bereid en bezig de verdwenen schatten "virtueel" terug te brengen naar China.


Hemelse vrouwen
De chinese President Hu Jintao heeft het ruimtepak waarin astronauten in het eerste ruimteavontuur naar boven gingen feitian genoemd (spreek ong.: fei-tjèn), "door de lucht vliegen".
Dit meldde het staatspersbureau op 28 september 2008. In Japan heten deze figuren hitèn.

De naam is gekozen in herinnering aan die hemelse vrouwen (tian-nü) die langs de wanden van de Mogoa-grotten nabij Dunhuang zweven, en daar zingen of fluit spelen (het zingen van het zand in de Takla Makan-woestijn veroorzaken). In het Sanskriet heten ze de apsāras. Ze zijn in die mythologische wereld getrouwd met de gandhàrvas die niet zelden de trom bespelen (het geluid van zware windstoten of onweer veroorzaken).

Getrouwde hemelingen zijn binnen het volksboeddhisme erg geliefd. Thailand kent thep (= deva) phanom. Het is natuurlijk ook ideaal: alle trammelant van het gewone-mensen-leven ontstegen zijn en toch de geneugten van het huwelijks bestaan hebben.
De afbeelding is een werk van de hand van Pang Xunyin (1906-1995). Hij werkte naar het model van de Mogao-tiannü, maar kopieerde ze niet.






Deze pagina is er een op de site www.buddha-dharma.nl
www.buddha-dharma.nl is eigendom van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme