Uit het archief van www.buddha-dharma.nl






Vikramashīla

Bijlage bij Nalandā-pagina


Vikrama-shīla, de tantrische universiteit

Laat 8ste, begin 9de eeuw liet koning Dharma-pala uit de Oost-Indiase Pala-dynastie de vihāra en monialen-universiteit van Vikrama-shīla bouwen. Het instituut moet een mahāyānistisch curriculum hebben gehad, want de Palas waren mahāyānististen, meer bepaald, vajra-yānisten en zelfs tantristen.
Een van de rectoren van Vikrama-shīla, Ratna-kara-shanti, een logicus, werd uitgenodigd naar Ceylon (Sri Lanka) om daar een serie leringen te geven.(1) Een andere rector, Buddhagupta, moet een bezoek hebben gebracht aan een boeddhistisch instituut in de maleisische deelstaat Kedah, dat volgens de archeologen in de 5de-6de eeuw werd gebouwd. Omdat Ratnakarashanti banden had met Ceylonese theravāda-monniken, moeten we er van uitgaan dat Buddhagupta in de 8ste eeuw een bezoek bracht aan het door Ceylonese monniken in stand gehouden theravāda-instituut in Kedah. En dat betekent dat deze Kedah-vestiging het tenminste 3 eeuwen heeft uitgehouden.
Vikramashīla ligt in de deelstaat Bihar, 50 km ten oosten van Bhagalpur (of Antichak).
Op de voetnoot-pagina bij boek 2 van de Lankāvatāra soetra zien we met betrekking tot de brahmaans-hinduïstische stroming de Nyāya hoe het mogelijk is geweest dat er een soort schriftelijk debat heeft plaatsgevonden tussen de hier behandelde universiteit en een brahmaans-hinduïstische universiteit in de stad Mithila. Er is dan sprake van het Návya-Nyāya dat in de 12de-13de eeuw ontstond als een amalgaam van twee brahmaans-hinduïstische stromingen: een logische school, en een "substantie-school", om het zo te noemen.


Op 19 april 2014 schreeft Gautam Sarkar voor de Telegraph of India een artikel over de ruïnes die van deze eertijds universiteit zijn overgebleven.
De deelstaat-regering, zegt hij op die dag, heeft weliswaar een ruim bedrag ontvangen om de site geschikt te maken voor buitenlandse bezoekers, maar deze heeft er om een of andere reden geen zin in om de nodige infrastructuur aan te leggen en de site daarmee een concurrent te maken van die van Nālandā in dezelfde deelstaat. Een verzoek van een voormalige minister, gericht aan de deelstaat Eerste Minister, in 2005, haalde niets uit. Daar moet aan toegevoegd worden dat het boeddhistische tantrisme, voorzover het boeddhistisch genoemd kan worden, uit India zelf is verdwenen naar de Himalayas en naar de esoterie van Japan. Daarmee heeft het te lande geen verdedigers meer die een eertijds in die richting gestichtte universiteit weer in volle glorie zouden willen herstellen. De theravāda-georiënteerde Mahabodhi Society, die zich in eerste instantie richt op de instandhouding van de Mahābodhi-tempel in Bodhgaya, had er tientallen jaren geleden dan ook geen oren naar om Vikrama-shīla op de kaart te zetten. De Tibetaanse gelugpa-stroming, die zijn root-gurus in het oude Nālandā positioneert was graag betrokken geraakt bij Nālandā — hetgeen zich niet heeft gematerialiseerd — maar voelt zich niet geroepen om de naam en faam van Vikramashīla te verkondigen. Er is binnen de boeddhistische gemeenschap van India en, grosso modo, de Himalayas dus geen draagkracht voor een opnieuw uitbouwen van deze 8ste - 13de-eeuwse universiteit.

Dat was het nieuws van april 2014. Maktoob News van 12 september 2014 liet echter weten dat de pas benoemde Eerste Minister van de deelstaat Bihar het universiteitsgedeelte van Vikrama-shīla weer tot leven wil laten brengen. Zijn idee was om Vikrama-shīla te ontwikkelen langs de lijnen van Nālandā, zo'n 50 kilometer verderop.

Naar structuur, zo zeggen architectuurdeskundigen, lijkt, of leek, Vikramashīla op de vierkante vihāra (monialen-complex) met een stoepa in het midden zoals die eerder werden gebouwd in de huidige Chinese provincie Xinjiang (siendzjàng), het vroegere Turkestan waar de restanten van de Karakhoja-vihāra te vinden zijn, de oudste in een serie die wat architectuur aangaat op elkaar lijken.

De verschillende fotos die van Vikramashīla online te vinden zijn tonen een keurige vierkante plaat cement waar alle stompen van pilaren en het onderste stuk van een kleine stoepa op geplaatst zijn. Dat is niet zoals Vikramashīla er uit zag. Had de krijgsheer die vanuit het westen noord-India veroverde de ommuurde vihāras niet aangezien voor forten, dan hadden de gebouwen nog gestaan. En hadden archeologen uit de 20ste eeuw de restanten laten liggen waar ze lagen, dan hadden we ons vandaag een iets beter beeld kunnen vormen van de bouwwerken die er stonden. Op het video-file zien we vanaf 1'30 min. de restanten van de grote stoepa temidden van vier grasvelden die de omtrekken aangeven waarop eertijds de gebouwen van de vihāra stonden. We zien ook dat de stoepa hol is, met een deuropening, en daar binnenin stond dan weer een kleinere stoepa (chaitya) die waarschijnlijk als reliekhouder dienst heeft gedaan. Het linteel boven de deur is keurig gemetseld, het dorp doet zijn best om alles prima in orde te houden.

De Telegraph of India liet op 20 augustus 2015 weten dat de centrale overheid van plan zou zijn Rs 500 miljoen te gaan steken in de bouw van de geplande Vikrama-shiila Centrale Universiteit en het opkrikken van wat er resteert van de vihāra, op voorwaarde dat de plaats wordt opgenomen in het boeddhisme-toerisme circuit. De plaatselijke overheid streefde al jaren naar opname in het toerisme-pakket, en zou met deze toezegging zijn wensen in vervulling hebben zien gaan. Medio 2019 lijkt die opname in het trein- en bus-circuit nog niet te zijn gematerialiseerd; er zijn te veel plaatsen van belang waar de toerist heen gebracht zou kunnen worden; allemaal in de route opnemen zou een beduidende uitbreiding van het aantal reisdagen betekenen.

(1) Voor beide Vikramashila-docenten zie "History of Bihar", Prof. R. Choudhary, 1958, p. 117





Deze pagina is er een op de site www.buddha-dharma.nl
www.buddha-dharma.nl is eigendom van White Jade River, Instituut voor Boeddhisme